Welzijn en gezondheid zijn essentieel voor de levenskwaliteit van jong tot oud. Om welzijn en gezondheid te bewerkstelligen, te behouden en te verbeteren, is kwaliteitsvolle zorg en ondersteuning nodig die zich in de samenleving weet ingebed. De Vlaamse overheid zorgt ervoor dat zorg en ondersteuning beschikbaar, kwaliteitsvol en betaalbaar is en bijzondere aandacht aan de meest kwetsbaren schenkt. Het Woonzorgdecreet neemt hierin een bijzondere plaats in. Het regelt de erkenning en subsidiëring van de woonzorgvoorzieningen en de verenigingen van mantelzorgers en gebruikers.

Het bestaande woonzorgdecreet was na bijna 10 jaar aan een actualisering toe. De bevoegdheidsoverdrachten die gepaard gaan met de zesde staathervorming (2014), de demografische evolutie, de veranderende samenleving en een voortschrijdend inzicht gevoed door wetenschap, ervaring en praktijk, zetten aan tot een bijsturing in het denken en handelen van onze Vlaamse woonzorgvoorzieningen. In nauw overleg met de sector ging in 2015 een intensief actualiseringstraject van start, waarvan Jo Vandeurzen, Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, vandaag het resultaat presenteert. Zeven sleutels voor goede woonzorg zijn het richtsnoer voor de woonvoorzieningen om borg te staan voor de levenskwaliteit van personen met een zorgbehoefte.

7 sleutels voor goede, persoonsgerichte woonzorgcode voor goed bestuur

Om hun taak uit te voeren, worden woonzorgvoorzieningen deels door middel van collectieve middelen vergoed. Zowel hun maatschappelijke opdracht, als de wijze waarop zij gefinancierd worden, vereist een grote mate van transparantie en toegankelijkheid. Om de hen toegekende publieke middelen efficiënt en effectief aan te wenden worden woonzorgvoorzieningen voortaan verplicht een code voor goed bestuur op te stellen. De gebruiker zal deze code kunnen inkijken zodat hij weet welke principes een voorziening hanteert die een impact hebben op zijn zorg. Zo weet hij wie de initiatiefnemers zijn, waar zij voor staan, dat zij garanties bieden over hun financiële gezondheid en op welke manier ze een goede, persoonsgerichte zorg kunnen waarborgen.

  • 2. Proactief handelen en aanklampende hulpverlening

Preventie, vroegdetectie en proactiviteit hebben in het nieuwe decreet een prominente plaats. - De woonzorgvoorzieningen zullen aandacht hebben voor de gezondheid en het welzijn van de zorgbehoevende én zijn mantelzorgers. Zij zetten daarom in op primaire (bv. aanmoedigen van een gezonde levensstijl, bewegingsadvies), secundaire (bv. screenings met als doel valrisico's op te sporen of vereenzaming) en tertiaire (bv. aanpassen van de woning, of voedingsadvies).preventie

Vroegdetectie gaat over het tijdig herkennen van signalen die wijzen op een gezondheids- of welzijnsprobleem om erger te voorkomen. Bijzondere aandacht gaat naar risicogroepen die nog te vaak onder de radar blijven, zoals personen in armoede of mensen die zelf de weg naar zorg en ondersteuning niet vinden.

De woonzorgvoorziening zal zelf, proactief, contact opnemen om ervoor te zorgen dat ook de meest kwetsbaren hun rechten realiseren. Dit gebeurt door de diensten maatschappelijk werk van de ziekenfondsen die gebruik maken van parameters die wijzen op verhoogde kwetsbaarheid of op onbenutte rechten. Ook op basis van signalen uit de omgeving is proactief contact mogelijk.

Soms is het aangewezen om op een aanklampende wijze hulp te verlenen. Wanneer iemand bijvoorbeeld gebruik maakt van een voorziening, maar zich na een tijdje niet meer laat horen of niet opdaagt op afspraken, zal de voorziening zelf contact opnemen om na te gaan of alles in orde is.

  • 3. Nieuw voorzieningenaanbod in de respijtzorg

Verschillende woonzorgvoorzieningen bieden ter ondersteuning van de mantelzorger een tijdelijke overname van de zorg en ondersteuning voor de gebruiker. De mantelzorger krijgt op die manier tijd voor zichzelf en kan nieuwe energie opdoen. Dit kan door bijvoorbeeld oppashulp bij de zorgbehoevende aan huis, dagopvang of -verzorging buitenshuis, door tijdelijk verblijf in een centrum voor kortverblijf of in een gastgezin.

Het aanbod aan kortverblijf wordt verder uitgebreid met een aantal nieuwe types kortverblijf voor specifieke doelgroepen (jonge personen met dementie, personen met een oncologische aandoening en personen in een palliatieve fase waarbij thuiszorg tijdelijk niet haalbaar is) en voor ernstig zieke kinderen en jongeren.

  • 4. Buurtgericht werken

De woonzorgvoorzieningen staan in voor 'buurtgerichte zorg'. Dit is de zorg die er op gericht is de sociale cohesie te versterken, om vragen naar zorg en ondersteuning uit de buurt op te vangen, maar ook op het actief betrekken van de buurt bij de werking van de voorziening. Zo kan de persoon met een zorgvraag bijvoorbeeld de maaltijd nemen in de cafetaria van het woonzorgcentrum en brengt een buurman diens boodschappen mee (het lokaal dienstencentrum heeft hiervoor een boodschappennetwerk opgezet).

  • 5. Kwaliteitsgaranties

De bescherming van de naamgeving van voorzieningen is nieuw in het decreet. Een voorziening zal zich voortaan bijvoorbeeld alleen 'woonzorgcentrum' of 'dienst voor gezinszorg' mogen noemen als ze daartoe door de Vlaamse overheid ook erkend is. Een erkenning betekent dat de overheid normen en kwaliteitscriteria oplegt, daar toezicht op houdt, en indien nodig sancties oplegt. De gebruiker weet dus waar hij in een erkende voorziening mag op rekenen en aan welke prijs. Het bestaande systeem van 'aangemelde' versus 'erkende' voorzieningen verdwijnt.

  • 6. Ondersteuning van informele zorg

Het decreet voorziet dat ook mantelzorgers consequent betrokken worden bij de zorg en in belangrijke mate zelf ook ondersteund worden. De verenigingen voor mantelzorgers en gebruikers behartigen daarnaast ook hun belangen, en staan in voor juiste en volledige informatie via het Vlaams Expertisecentrum Mantelzorg dat ze samen hebben opgericht.

In een warme samenleving die inzet op inclusie en preventie van vereenzaming is de aanwezigheid van vrijwilligerswerk van primordiaal belang. Sommige woonzorgvoorzieningen realiseren expliciet hun opdracht door de inzet van vrijwilligers (diensten voor oppashulp, diensten voor gastopvang), andere stimuleren vrijwilligerswerk of werken samen met vrijwilligers(organisaties). Ook in het lokaal dienstencentrum of het woonzorgcentrum kan elke Vlaming bijvoorbeeld terecht voor zinvol vrijwilligerswerk.

  • 7. Individuele en collectieve participatie

Vele gebruikers worden graag geconsulteerd zodat de voorziening rekening kan houden met hun vragen en wensen. Zo krijgen zij zorg op hun maat, gebaseerd op zorg- en ondersteuningsdoelen, maar krijgen zij ook inspraak in het algemene beleid en de keuzes die de voorziening maakt. Zij worden bevraagd over hun tevredenheid, zodat de voorziening haar zorg permanent kan afstemmen op haar gebruikers. Participatie kan ook opgenomen worden via georganiseerde gebruikersverenigingen.

Woonzorg is meer dan basiszorg

Jo Vandeurzen: "Door de vergrijzing van de bevolking en de daarmee samengaande stijgende zorgzwaarte kunnen de antwoorden voor personen met een zorgvraag niet beperkt blijven tot de antwoorden uit het verleden. Daarom voeren we een aangepast beleid van zorg en ondersteuning die integraal, flexibel en op maat is. Evoluerende noden vragen een naadloze samenwerking tussen voorzieningen in een continuüm van woonzorgvormen die op elk moment inspelen op de zorg- en ondersteuningsnoden. Mensen in een kwetsbare positie moeten als dat nodig is verhoudingsgewijs meer ondersteuning krijgen. We verleggen bovendien het accent van zorg naar levenskwaliteit, waar goede, persoonsgerichte zorg evident deel van uitmaakt. Naast het stevige verzekerings- en financieringsmodel van de Vlaamse sociale bescherming is het noodzakelijk ook aan de hand van programmatie, erkenningsnormen en toezicht een kwaliteitsvol woonzorgaanbod voor elke burger te garanderen."

Het ontwerpdecreet wordt nu voor advies aan de SAR, SERV en Vlaamse ouderenraad voorgelegd.

van hospitality naar community

Volgens het Federaal Planbureau zal de vergrijzing pas na 2055 afnemen. Het aantal ouderen zal de komende decennia dus nog toenemen. Samen met de stijgende levensverwachting vergroot ook de kans op ouderdomsziektes zoals dementie.

Van facility naar hospitality

Zorgcentra hebben de voorbije jaren sterk geïnvesteerd in comfort. Een goede zaak, volgens Benoit Thevelin, ceo van Moments Furniture: "thuis wonen op latere leeftijd is voor velen niet evident, dus moeten er ze ergens terechtkunnen waar ze zich thuis voelen. Ongeacht de zorg die ze nodig hebben. De maatschappij is zich daar gelukkig steeds beter van bewust. Het rusthuis als een louter facilitaire dienstverlener is verleden tijd. De verwachtingen liggen hoger. Moderne woonzorgcentra moeten warme en uitnodigende plaatsen zijn waar bewoners, medewerkers én bezoekers zich welkom voelen. Een gastvrije en sfeervolle inrichting, met aangepaste interieurs en ergonomisch én mooi zorgmeubilair creëert een comfortabele leef- en werkomgeving. Dat laatste is niet onbelangrijk als je weet dat de werkdruk van het verzorgend personeel groot is - en door de aanhoudende vergrijzing nog zal toenemen. Inzetten op hospitality heeft dus voor iedereen een positief effect." En daar stopt het niet. Moments Furniture ziet een veel grotere rol weggelegd voor zorgcentra.

Van verblijf- tot ontmoetingsplaats

Vroeger was de zorg voor de ouderen de taak van de familie en de gemeenschap. Vandaag is ouderenzorg bijna volledig uitbesteed. Daarmee is het (waardevolle) contact tussen de generaties sterk verminderd. Serge De Rouck, hospitality creator van Moments Furniture, wil die sociale interactie herstellen en ziet daarin een rol voor de woonzorgcentra: "De huidige focus op hospitality is een eerste stap om van onze zorgcentra plaatsen te maken waar mensen van alle leeftijden elkaar kunnen ontmoeten. Als mensen in een wasserette een koffie kunnen drinken, waarom dan niet hier? Een communie- of verjaardagsfeest in een woonzorgcentrum? Kan perfect! Op voorwaarde dat zorgcentra zich daarvoor openstellen en zich nadrukkelijker profileren als aantrekkelijke ontmoetingsplaatsen." Een voorbeeld van die nieuwe openheid is woonzorgcentrum Parkhof in Machelen. "De cafetaria en het restaurant is recent door het gebruik van warme materialen en ergonomische designmeubelen even gezellig en toegankelijk ingericht als een andere drink- of eetgelegenheid. Het maakt van het woonzorgcentrum een plek waar mensen elkaar vinden en die generaties met elkaar verbindt."

Welzijn en gezondheid zijn essentieel voor de levenskwaliteit van jong tot oud. Om welzijn en gezondheid te bewerkstelligen, te behouden en te verbeteren, is kwaliteitsvolle zorg en ondersteuning nodig die zich in de samenleving weet ingebed. De Vlaamse overheid zorgt ervoor dat zorg en ondersteuning beschikbaar, kwaliteitsvol en betaalbaar is en bijzondere aandacht aan de meest kwetsbaren schenkt. Het Woonzorgdecreet neemt hierin een bijzondere plaats in. Het regelt de erkenning en subsidiëring van de woonzorgvoorzieningen en de verenigingen van mantelzorgers en gebruikers.Het bestaande woonzorgdecreet was na bijna 10 jaar aan een actualisering toe. De bevoegdheidsoverdrachten die gepaard gaan met de zesde staathervorming (2014), de demografische evolutie, de veranderende samenleving en een voortschrijdend inzicht gevoed door wetenschap, ervaring en praktijk, zetten aan tot een bijsturing in het denken en handelen van onze Vlaamse woonzorgvoorzieningen. In nauw overleg met de sector ging in 2015 een intensief actualiseringstraject van start, waarvan Jo Vandeurzen, Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, vandaag het resultaat presenteert. Zeven sleutels voor goede woonzorg zijn het richtsnoer voor de woonvoorzieningen om borg te staan voor de levenskwaliteit van personen met een zorgbehoefte. 7 sleutels voor goede, persoonsgerichte woonzorgcode voor goed bestuurOm hun taak uit te voeren, worden woonzorgvoorzieningen deels door middel van collectieve middelen vergoed. Zowel hun maatschappelijke opdracht, als de wijze waarop zij gefinancierd worden, vereist een grote mate van transparantie en toegankelijkheid. Om de hen toegekende publieke middelen efficiënt en effectief aan te wenden worden woonzorgvoorzieningen voortaan verplicht een code voor goed bestuur op te stellen. De gebruiker zal deze code kunnen inkijken zodat hij weet welke principes een voorziening hanteert die een impact hebben op zijn zorg. Zo weet hij wie de initiatiefnemers zijn, waar zij voor staan, dat zij garanties bieden over hun financiële gezondheid en op welke manier ze een goede, persoonsgerichte zorg kunnen waarborgen.Preventie, vroegdetectie en proactiviteit hebben in het nieuwe decreet een prominente plaats. - De woonzorgvoorzieningen zullen aandacht hebben voor de gezondheid en het welzijn van de zorgbehoevende én zijn mantelzorgers. Zij zetten daarom in op primaire (bv. aanmoedigen van een gezonde levensstijl, bewegingsadvies), secundaire (bv. screenings met als doel valrisico's op te sporen of vereenzaming) en tertiaire (bv. aanpassen van de woning, of voedingsadvies).preventieVroegdetectie gaat over het tijdig herkennen van signalen die wijzen op een gezondheids- of welzijnsprobleem om erger te voorkomen. Bijzondere aandacht gaat naar risicogroepen die nog te vaak onder de radar blijven, zoals personen in armoede of mensen die zelf de weg naar zorg en ondersteuning niet vinden.De woonzorgvoorziening zal zelf, proactief, contact opnemen om ervoor te zorgen dat ook de meest kwetsbaren hun rechten realiseren. Dit gebeurt door de diensten maatschappelijk werk van de ziekenfondsen die gebruik maken van parameters die wijzen op verhoogde kwetsbaarheid of op onbenutte rechten. Ook op basis van signalen uit de omgeving is proactief contact mogelijk.Soms is het aangewezen om op een aanklampende wijze hulp te verlenen. Wanneer iemand bijvoorbeeld gebruik maakt van een voorziening, maar zich na een tijdje niet meer laat horen of niet opdaagt op afspraken, zal de voorziening zelf contact opnemen om na te gaan of alles in orde is.Verschillende woonzorgvoorzieningen bieden ter ondersteuning van de mantelzorger een tijdelijke overname van de zorg en ondersteuning voor de gebruiker. De mantelzorger krijgt op die manier tijd voor zichzelf en kan nieuwe energie opdoen. Dit kan door bijvoorbeeld oppashulp bij de zorgbehoevende aan huis, dagopvang of -verzorging buitenshuis, door tijdelijk verblijf in een centrum voor kortverblijf of in een gastgezin.Het aanbod aan kortverblijf wordt verder uitgebreid met een aantal nieuwe types kortverblijf voor specifieke doelgroepen (jonge personen met dementie, personen met een oncologische aandoening en personen in een palliatieve fase waarbij thuiszorg tijdelijk niet haalbaar is) en voor ernstig zieke kinderen en jongeren.De woonzorgvoorzieningen staan in voor 'buurtgerichte zorg'. Dit is de zorg die er op gericht is de sociale cohesie te versterken, om vragen naar zorg en ondersteuning uit de buurt op te vangen, maar ook op het actief betrekken van de buurt bij de werking van de voorziening. Zo kan de persoon met een zorgvraag bijvoorbeeld de maaltijd nemen in de cafetaria van het woonzorgcentrum en brengt een buurman diens boodschappen mee (het lokaal dienstencentrum heeft hiervoor een boodschappennetwerk opgezet).De bescherming van de naamgeving van voorzieningen is nieuw in het decreet. Een voorziening zal zich voortaan bijvoorbeeld alleen 'woonzorgcentrum' of 'dienst voor gezinszorg' mogen noemen als ze daartoe door de Vlaamse overheid ook erkend is. Een erkenning betekent dat de overheid normen en kwaliteitscriteria oplegt, daar toezicht op houdt, en indien nodig sancties oplegt. De gebruiker weet dus waar hij in een erkende voorziening mag op rekenen en aan welke prijs. Het bestaande systeem van 'aangemelde' versus 'erkende' voorzieningen verdwijnt.Het decreet voorziet dat ook mantelzorgers consequent betrokken worden bij de zorg en in belangrijke mate zelf ook ondersteund worden. De verenigingen voor mantelzorgers en gebruikers behartigen daarnaast ook hun belangen, en staan in voor juiste en volledige informatie via het Vlaams Expertisecentrum Mantelzorg dat ze samen hebben opgericht.In een warme samenleving die inzet op inclusie en preventie van vereenzaming is de aanwezigheid van vrijwilligerswerk van primordiaal belang. Sommige woonzorgvoorzieningen realiseren expliciet hun opdracht door de inzet van vrijwilligers (diensten voor oppashulp, diensten voor gastopvang), andere stimuleren vrijwilligerswerk of werken samen met vrijwilligers(organisaties). Ook in het lokaal dienstencentrum of het woonzorgcentrum kan elke Vlaming bijvoorbeeld terecht voor zinvol vrijwilligerswerk.Vele gebruikers worden graag geconsulteerd zodat de voorziening rekening kan houden met hun vragen en wensen. Zo krijgen zij zorg op hun maat, gebaseerd op zorg- en ondersteuningsdoelen, maar krijgen zij ook inspraak in het algemene beleid en de keuzes die de voorziening maakt. Zij worden bevraagd over hun tevredenheid, zodat de voorziening haar zorg permanent kan afstemmen op haar gebruikers. Participatie kan ook opgenomen worden via georganiseerde gebruikersverenigingen. Woonzorg is meer dan basiszorgJo Vandeurzen: "Door de vergrijzing van de bevolking en de daarmee samengaande stijgende zorgzwaarte kunnen de antwoorden voor personen met een zorgvraag niet beperkt blijven tot de antwoorden uit het verleden. Daarom voeren we een aangepast beleid van zorg en ondersteuning die integraal, flexibel en op maat is. Evoluerende noden vragen een naadloze samenwerking tussen voorzieningen in een continuüm van woonzorgvormen die op elk moment inspelen op de zorg- en ondersteuningsnoden. Mensen in een kwetsbare positie moeten als dat nodig is verhoudingsgewijs meer ondersteuning krijgen. We verleggen bovendien het accent van zorg naar levenskwaliteit, waar goede, persoonsgerichte zorg evident deel van uitmaakt. Naast het stevige verzekerings- en financieringsmodel van de Vlaamse sociale bescherming is het noodzakelijk ook aan de hand van programmatie, erkenningsnormen en toezicht een kwaliteitsvol woonzorgaanbod voor elke burger te garanderen."Het ontwerpdecreet wordt nu voor advies aan de SAR, SERV en Vlaamse ouderenraad voorgelegd.